Risotto verde

Maak in een pannetje bouillon, als het heeft gekookt zet je het vuur uit.

Snij de bleekselderij en knoflook klein en bak het in ruime, echt ruime olie. Niet te heet want anders verbrandt de knoflook en dat is de dood in de pot.

Als de bleekselderij zacht is doe je de risottorijst in de koekenpan. Als de rijst de olie heeft opgezogen doe je de wijn erbij. Als de rijst de wijn heeft opgezogen begin je met een soeplepel de bouillon toe te voegen. Iedere keer een flinke scheut, en pas weer toevoegen als alles is opgenomen. Blijf tussendoor goed roeren zodat het niet aanbakt en de zetmeel goed vrij kan komen.

Als je voor verse spinazie hebt gekozen, roerbak je in een andere pan de spinazie, en voeg je die toe als de spinazie geslonken is. Als je diepvries spinazie gebruikt meng je die gewoon in bevroren toestand met de risotto. Daarna voeg je ook de doperwtjes toe.

In een andere koekenpan bak je de kleingesneden cavolo nero in ruime olie waardoor het bijna een beetje frituurt en je knapperige diepdonkergroene chips krijgt.

Als je bouillon op is proef dan je risotto om te checken of het goed gaar is, de rijstkorrels lekker zacht. Soms ziet het er al helemaal romig uit maar zijn je korrels nog hard van binnen. Not good. Als je bouillon al op is en je korrels kunnen toch nog wat extra gebruiken, maak dan niet opnieuw bouillon, voeg gewoon nog wat water toe. De smaak zit er al zo in dat wat water toevoegen helemaal niet erg is. Zet het vuur pas uit als de korrels echt zacht zijn van binnen. Voeg de edelgistvlokken toe. Schep om en laat even 3 minuten rusten. Schep nogmaals om, verdeel de risotto over de borden, en drapeer de cavolo nero en zeekraal er overheen.

Enjoy!